Waar en wanneer?
Onze club heeft haar thuisbasis op het vliegveld van Goetsenhoven, bij Tienen. Wij kunnen vliegen op zaterdag, zondag, feestdagen en militaire brugdagen. Tijdens de lente en de zomer start de vliegdag om 10u met een briefing voor alle piloten. We vliegen tot zonsondergang.
Hoe geraakt een zweefvliegtuig in de lucht?
We gebruiken in onze club 3 startmethodes:
Sleepstart
De meest gebruikte startwijze in onze club is de sleepstart. Een sleepvliegtuig sleept een zweefvliegtuig met een nylonkabel van zo'n 50 meter lengte omhoog. De bestuurder van het zweefvliegtuig zorgt ervoor dat zijn vliegtuig tijdens het slepen op ongeveer gelijke hoogte als het sleeptoestel vliegt.
Als een hoogte van 500m is bereikt, signaleert de sleepvlieger dat door even met zijn vleugels te wiebelen (links-rechts-links), waarna de zweefvlieger ontkoppelt. De twee vliegtuigen vliegen volgens een vast patroon uit elkaar. Het motorvliegtuig maakt een dalende bocht naar links, het zweefvliegtuig maakt een stijgende bocht naar rechts.
De voordelen van de sleepstart zijn dat het zweefvliegtuig zo goed mogelijk in een thermiekbel afgezet kan worden. Men kan vooraf afspreken hoe hoog men opgesleept wil worden. Het grootste nadeel is dat het duurder is dan een lierstart, maar daar staat tegenover dat de vlucht altijd langer duurt en de zweefvlieger meestal niet meer hoeft te gaan zoeken naar de eerste thermiekbel.
Lierstart
Vanaf 15 oktober tot Pasen wordt er op zaterdag met de lier gestart.
Onze lier is een combinatie van een motor met een koppelomvormer en een kabeltrommel op een vrachtwagen van 265 pk. Op de lier zitten 2 staalkabels van 800 meter. Aan het einde van de kabel is een kabelchute bevestigd. Na het ontkoppelen gaat de kabelchute open en kan de lierist de lierkabel op spanning inlieren zodat de kabel netjes om de trommel gewonden wordt.
Bij de start accelereert het vliegtuig in een paar seconden tot ongeveer 100 kilometer per uur. Vrij snel neemt het vliegtuig een steile hoek aan, ongeveer 45º. Na ongeveer 30 seconden wordt een hoogte van 300 à 400 meter bereikt.
Na het lieren van 2 vliegtuigen heeft de lier alle kabels binnengehaald, en worden de kabels aan een auto gehaakt en terug uitgetrokken naar de startplaats.
Het grootste voordeel van lieren is dat het goedkoop is. Er zijn echter drie nadelen. Ten eerste kunnen de kabels door elkaar raken of van de trommels lopen. Dit is wat men "spaghetti" noemt. Het kan enige tijd kosten om alles te ontwarren waardoor het vliegbedrijf gauw een half uur tot een uur stil ligt. Het tweede nadeel is dat het zweefvliegtuig niet na de start in een thermiekbel wordt afgezet. Het derde nadeel is dat de kabel kan breken, waardoor de start moet worden afgebroken.
Zelfstart
In onze club zijn ook enkele privétoestellen die gebruik maken van de zelfstart. Daartoe is het zweefvliegtuig uitgerust met een uitklapbare propeller. Daarmee start het zweefvliegtuig net als een motorvliegtuig vanaf de grond, maar op 500 meter gekomen wordt deze stilgezet en ingeklapt. Bijkomend voordeel: is er geen thermiek in de buurt te vinden, dan kan de propeller weer worden uitgeklapt om een eindje verderop het opnieuw te proberen.
Hoe lang kan een zweefvliegtuig vliegen?
Een zweefvliegtuig kan in de lucht blijven dankzij warme luchtstromen of "thermiek". Die onststaat doordat de zon de aarde ongelijk opwarmt doordat de bodemsamenstelling niet homogeen is. De lucht boven de warmste oppervlakken warmt op en gaat stijgen. De waterdamp in de thermiekbel kan condenseren op een hoogte waar, door de dalende temperatuur, de relatieve luchtvochtigheid tot ca. 100% is gestegen. Er ontstaat dan een wolk. Door thermiek ontstaan in voldoende afgekoelde en vochtige omgevingslucht stapelwolken (Latijnse naam cumulus).
Op die manier kunnen vluchten van 8 uur en langer gemaakt worden zonder hulp van een motor. Er kunnen ook afstandsvluchten gemaakt worden van 300km en meer. In het buitenland vliegt men soms afstanden van 1000km en meer.
Wat als er geen thermiek meer is?
Wanneer de piloot geen thermiek meer kan vinden en te ver van zijn vliegveld verwijderd is, zoekt hij tijdig een akker of grasvlakte om in te landen. Dit noemt men dan een buitenlanding. Het zweefvliegtuig kan makkelijk gedemonteerd worden en past in een speciaal daarvoor gemaakte aanhangwagen. Zo geraken piloot en vliegtuig toch makkelijk weer thuis.
Zweefvliegbrevetten
In het zweefvliegen kan je volgende internationaal erkende sportbrevetten behalen:
Brevet D (zilver): Een duurvlucht van minstens 5 uur. Een hoogtewinst van 1000 meter. Een vrije afstandsvlucht van 50 km.
Brevet E (goud): Een hoogtewinst van minstens 3000 meter. Een vrije afstandsvlucht van 300 km.
Brevet F (3 diamanten): Een hoogtewinst van 5000 meter. Een vlucht van 300 km Volgens opgegeven parcours. Een vrije afstandsvlucht van 500 km.
Brevet 1000 km: Een vrije afstandsvlucht van 1000 km.
Jaarlijkse activiteiten
Bij de belangrijkste activiteiten, die door de sectie elk jaar ingericht worden, horen:
De drie-daagse van De Wouw
Dit evenement heeft plaats in het voorjaar. Het is een wedstrijd die momenteel nog in clubverband wordt ingericht. Elke piloot kan een vrije afstand opgegeven en de punten worden toegekend volgens de Charron Beker.
De initiatie-weekends Zweefvliegen - Start-To-Fly
Deze weekends gaan door in september en april. Het is vooral de bedoeling het zweefvliegen bij een breder publiek bekend te maken en zodanig de huidige drempelvrees tot deze sporttak te verlagen. Al de leden van de zweefvliegsectie zijn op deze weekend beschikbaar voor het geven van de nodige uitleg, het tonen van videofilms, het uitvoeren van initiatievluchten, het verzorgen van demonstratievluchten, de nodige animatie, etc...
Zweefvliegkamp
De eerste 2 weken organiseert onze club een zweefvliegkamp voor beginners. Het zweefvliegkamp is een leuke manier om kennis te maken met het zweefvliegen. Je krijgt theorieles over zweefvliegen (aerodynamica, besturing, …) en in de namiddag kun je onder begeleiding van een instructeur de lucht in. Het sleepvliegtuig brengt je tot een hoogte van 500 m en na het loskoppelen start een geruisloos avontuur.
De theoretische lessen Zweefvliegen
Tijdens deze 12-delige lessenreeks worden alle facetten van het zweefvliegen behandeld. Onderwerpen zijn o.a. luchtvaartreglementering, aerodynamica, vliegtuigbesturing, meteo en weerkunde, vliegtuiginstrumenten, thermiekvliegen, navigatie, luchtvaartgeneeskunde, enzovoort. Deze cursus heeft plaats gedurende de wintermaanden in het clublokaal op zondagvoormiddag en vormt de ideale voorbereiding om aan te vangen met zweefvliegen en dit tegen een zeer economische prijs.
Wisselbeker Gerard De Praetere
Gerard De Praetere was het oudste lid van de club (sinds 1936). Door zijn meestal ophefmakende kritieken en grappige opmerkingen was hij door ieder clublid geliefd. Het was een man waar men respect voor had. Op het ogenblik van zijn overlijden was hij nog altijd recordhouder van de langste vlucht met een zweefvliegtuig met start en landing te Goetsenhoven (7 uur 47 min). Ter zijne nagedachtenis wordt er door de sectie zweefvliegen elk jaar de Wisselbeker Gerard de Praetere uitgereikt aan het clublid met de langste zweefvliegvlucht met vertrek en aankomst te Goetsenhoven.
Beker Marc Ruymen
Marc Ruymen was één van de meest gedreven overlandvliegers van onze club in de jaren 90. Naar hem werd ook de wisselbeker genoemd die elk jaar uitgereikt wordt aan de piloot die het verst opgegeven keerpunt gerond heeft op een vlucht met vertrek en landing op het vliegveld van Goetsenhoven.
Charronbeker
De Charronbeker wordt ingericht door de LVZC (Liga van de Vlaamse ZweefvliegClubs). Het is een rangschikking die op het einde van elk jaar gemaakt wordt tussen de piloten van alle clubs aangesloten bij de LVZC. De prestaties worden ingedeeld in verschillende klassen naargelang het toestel waarmee de proef gevlogen is. Het is vooral de bedoeling van deze beker de piloten aan te moedigen tot overlandvliegen en de prestaties van elke piloot individueel en in clubverband te waarderen.
Zomerkampen in Frankrijk en Duitsland
Jaarlijks worden 2 vliegkampen georganiseerd in het Franse Vinon, tijdens de maanden april en juli. Tijdens de maand augustus gaat onze club ook naar het Duitse Bayreuth. Dit kamp geeft zowel onze beginnende als onze gevorderde piloten de mogelijkheid om eens met een andere vliegomgeving kennis te maken.
Korte geschiedenis van de club
De Vliegclub De Wouw werd gesticht in 1931 door de "Vrienden Zweefvliegers". Er werd toen reeds gevlogen op het huidige vliegveld van Goetsenhoven met een Zögling zweefvliegtuig dat in de lucht gebracht werd door middel van een lier. In 1935 werd de vliegclub een VZW en kreeg statuten, dit vooral dankzij de stuwende kracht van de toenmalige Notaris F. Delacroix. Twee jaar later werden de eerste vluchten uitgevoerd met vliegtuigsleep, een Guldentops tweedekker met immatriculatie OO-ADA.
Het uitbreken van de tweede wereldoorlog maakte een abrupt einde aan de bloei van De Wouw. Het vliegveld werd door de Duitsers gebombardeerd en al haar materiaal werd per spoor overgebracht naar Duitsland.
Pas in 1959 werd de club herboren. Er werd vliegtuigmateriaal gekocht met de ontvangen oorlogsschade van de Belgische overheid. In 1962 telde de Tiense Aéroclub een maximaal ledenaantal van 120 leden. Op 7 februari 1984 mocht De Wouw "Koninklijk" aan haar benaming toevoegen.
Actueel bezit de club 6 motor- en 8 zweefvliegtuigen, aangevuld met nog een groot aantal privé-toestellen. Daar de vliegactiviteiten op een militair vliegveld plaatsvinden, kan er slechts gevlogen worden op zaterdag, zondag en feestdagen.
De Wouw is lid van de Liga van Vlaamse Zweefvliegclubs en de Tiense Sportraad.